Schijf 1 - Omgeving

Elke speeltuin heeft een specifieke omgeving. Als speeltuinmaker kan je hier bewust mee omgaan. Omgevingsfactoren beïnvloeden de speeltuin, maar omgekeerd zijn omgevingsfactoren niet altijd zelf te beïnvloeden (zoals bijvoorbeeld het weer). Veranderingen binnen geografische gegevens kunnen interessant zijn om eigen speeltuinpositie onderscheidend te maken. Wanneer er behoefde is om zelf verandering aan te brengen, komen hier omgevingsvergunningen bij kijken.

Geografische informatie

Het soort wijk, bebouwing en de omliggende openbare ruimte hebben invloed op de ligging en toegankelijkheid van de speeltuin. Met omwonenden vindt afstemming plaats over de inrichting en over het gebruik. Ligt de speeltuin in een nieuwbouwwijk? De tendens in nieuwbouwwijken is dat het aantal jonge kinderen vanaf de nieuwbouw-periode afneemt. Bij de inrichting van een speeltuin moet daarom ook rekening worden gehouden met het ‘ontgroeien’ van het speelaanbod door reeds bij aanvang een voldoende gedifferentieerd aanbod te bieden. Bij verandering en/of aanleg van een nieuwe speeltuin is het goed om de bevolkingssamenstelling te onderzoeken. Door leeftijdsopbouw en prognose te analyseren en daarbij de behoefte van de bewoners en kinderen te betrekken, ontstaat er een behoefte-beeld voor zowel de korte als lange termijn.

Omgevingsplan

Het bestemmingsplan wordt onder de nieuwe Omgevingswet vervangen door een omgevingsplan. Hier worden eisen gesteld aan de ligging, aantallen en afmetingen van bouwwerken en opstallen. Het realiseren of herinrichten van een speeltuin moet binnen het geldige omgevingsplan passen. Vervolgens moet voor hetplaatsen van bebouwingen zoals het speeltuingebouw, hekwerken, speeltoestellen, vlaggenmasten, bergingen en de aanleg van paden, wegen en uitritten een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Zoek tijdig uit waarvoor exact een vergunning moet worden aangevraagd. Een omgevingsvergunning aanvragen kan op: www.omgevingsloket.nl. Buren van de speeltuin Wat en waar zijn de openbare speelplekken in de buurt? Hoe zijn deze ingericht? Zorg ervoor dat de speeltuin de reeds aanwezige openbare speelruimte aanvult. Dit is vooral belangrijk voor oudere kinderen die zelfstandig gebruik maken van de speeltuin.

Route naar de speeltuin

Wanneer kinderen (zelf) naar de speeltuin toe komen, begint de speeltuinervaring al bij de route naar de speeltuin toe. Zijn er overzichtelijke loop- en fietspaden? Of is er juist sprake van een drukke autoweg (barrière) die overgestoken moet worden? Naast verkeer, zijn er uiteenlopende omgevingsfactoren die ook invloed hebben op de route naar de speeltuin. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van brandnetels onderweg, een blaffende hond in een tuin, of een plek waar je ijsjes kan kopen.

Vanuit de buurt

Het is goed om te weten wie je buren zijn. Samen met je buren vorm je de buurt. Elke speeltuin ligt in een ander deel van Utrecht, waar de woningbouw verschilt, waar winkels aanwezig zijn of juist meer kantoren, waar een school in de buurt ligt of misschien een buurtgebouw. Contact zoeken met je buren kan wederzijds versterkend werken. Bijvoorbeeld een samenwerking met een plek waar je ijsjes kunt verkopen, of om activiteiten van een school in de buurt te kunnen faciliteren.

Openingstijden

Een speeltuin hanteert openingstijden, die zijn afgestemd op de basisschooltijden en wensen van de buurt. Elke speeltuin bepaalt haar eigen openingstijden. De minimale eis is dat de speeltuin gemiddeld 6 dagen gedurende 5 uur per dag geopend is.

Tijdens openingstijden is er (pedagogische) begeleiding of gastheerschap door mensen die zich structureel aan de speeltuin hebben verbonden en ervaring hebben met (deel) aspecten van het werk.

Secties
Sectie toevoegen

Opmerkingen